Genetica bepalen.
De voorbeelden:
Hieronder heb ik met een aantal voorbeelden aangegeven hoe een enkele overerving plaatsvindt.
In de eerste drie voorbeelden gaat het om een recessieve overerving en in de volgende vier andere voorbeelden gaat het om een dominante overerving. Om het wat duidelijker te maken heb ik voorbeelden gebruikt die ook echt voorkomen en die ook echt recessief of dominant zijn.
Recessieve overerving:
In het onderstaande voorbeeld probeer ik te verduidelijken hoe een recessieve overerving werkt. Er wordt gebruik gemaakt van albinisme, dat wordt aangegeven als (AA). Wanneer een dier albino is, heeft hij van zowel de moeder als de vader het albinisme meegekregen en is dus altijd homozygoot.
(Aa) betekend dat een dier heterozygoot voor albinisme is (en er dus normaal uitziet) en (aa) betekend dat een dier normaal is.
Voorbeeld 1: Een normale Boa Constrictor (aa) x een Albino Boa Constrictor (AA)
A A
a Aa Aa
a Aa Aa
Wanneer men een normale Boa Constrictor kruist met een albino Boa Constrictor dan is 100% van de jongen heterozygoot voor albinisme. Alle jongen zien er dus normaal uit.
Voorbeeld 2: Een het. Albino Boa Constrictor (Aa) x een Albino Boa Constrictor
A A
A AA AA
a Aa Aa
Het resultaat is dat 50% van de jongen heterozygoot voor albino (Aa)is en de andere 50% is albino (AA). Wanneer je dus een Hetero voor albino op een Albino kruist, weet je voor de volle 100% hoe het dier genetisch in elkaar zit wat betreft deze kleurmutatie.
Voorbeeld 3: Een het. Albino (Aa) x een het. Albino (Aa)
A a
A AA Aa
a Aa aa
Het resultaat is dat 50% van de jongen heterozygoot voor albino (Aa) is, 25% van de jongen is homozygoot voor albino (AA) en dus albino en 25% van de jongen is een normale Boa Constrictor. Op prijslijsten van kwekers staan nogal eens Boa Constrictor 66% mogelijk heterozygoot voor albino aangeboden. Dit komt altijd voort uit een het. x het. kweek. 25% is dan albino en 75% ziet er uit als een normale Boa Constrictor. Van die 75% is eenderde ook genetisch normaal en tweederde is het. voor albino en ziet er normaal uit. De kans dat zo’n dier dus het. voor albino is komt op ongeveer 66% neer.
Dominante overerving:
In de volgende voorbeelden maak ik voor het gemak gebruik van hypomelanisme, ook wel aangeduid als hypo of Salmon. Wanneer een dier van een van de ouders dit gen heeft meegekregen ziet het eruit als een hypo. Het genotype is dan (Aa). Wanneer een dier van beide ouders dit gen heeft meegekregen dan is hij homozygoot voor hypomelanisme (AA) en wordt dit dier in de volksmond een Superhypo of Supersalmon genoemd. (aa) betekent dat het om een normale Boa Constrictor gaat.
Voorbeeld 1: Een normale Boa Constrictor (aa) x een Hypo (Aa)
A a
a Aa aa
a Aa aa
Het resultaat van deze kruising is dat 50% van de jongen eruit ziet als een hypo (Aa) en de overige 50% is een normale Boa Constrictor (aa).
Voorbeeld 2: Een Hypo (Aa) x een Hypo (Aa)
A a
A AA Aa
a Aa aa
Het resultaat is 50% hypo Boa Constrictors (Aa), 25% Super Salmons (AA) en 25% normale Boa Constrictors (aa)
Voorbeeld 3: Een Super Salmon (AA) x een Hypo (Aa)
A a
A AA Aa
A AA Aa
Het resultaat is 50% van de jongen is een hypo (Aa) en 50% van de jongen is een Super Salmon.
Voorbeeld 4: Een Super Salmon (AA) x een normale Boa Constrictor (aa)
A A
a Aa Aa
a Aa Aa
Het resultaat van deze kruising is dat 100% van de jongen hypomelanistisch (Aa) is.
De verschillende kleurmutaties:
Albinisme:
De eerste albino Boa constrictors werden in Colombia in het midden van de tachtiger jaren geboren. In een nest waren 4 albino’s aanwezig. De vrouw was een wildvang Boa Constrictor Imperator dier. Deze dieren werden in Amerika verkocht, maar het duurde tot 1992 voordat de eerste in gevangenschap werd geboren. Toen men zeker wist dat het genetisch overdraagbaar was, is het snel gegaan.
Albinisme wil zeggen dat het pigment melanine ontbreekt. Dit pigment is verantwoordelijk voor de kleuren zwart, bruin. Het bloedpigment blijft wel aanwezig, waardoor de rode oogkleur kan worden verklaard. Albinisme wordt daarom ook wel eens a-melanisme genoemd. Albinisme is een recessieve mutatie.
Door het kruisen van deze imperator dieren met roodstaarten krijgt men een nog mooiere staart, die veel contrastrijker is.
Hypomelanisme:
Het woord zegt het zelf al: hypo = weinig en melanisme = zwart/bruin/geel pigment. Deze dieren hebben een zalmachtige, rood/roze kleur, vandaar dat ze ook wel eens Salmons worden genoemd.
Deze kleurmutatie is eveneens voor het eerst in Amerika gekweekt, door een koppel normale ouders in 1991. Deze kregen een aantal jongen die er anders uitzagen. Het jaar erop gebeurde precies hetzelfde. Met deze jongen is Rich Ihle halverwege de jaren negentig mee gaan kweken. Het bleek een dominante kleurmutatie te zijn.
Anerythrisme:
Deze kleurmutatie kenmerkt zich door het missen van al het rode pigment . Deze kleurmutatie is misschien niet de mooiste, maar hij vormt wel de sleutel voor een aantal hele mooie ander kleurmutaties.
Een variant die tegenwoordig gekweekt wordt heeft een hele lichte zilveren kleur en wordt ook wel ivory anerythristisch genoemd.
Snow:
Deze kleurmutatie ontstond toen Peter Kahl in 1992 Albino Boa Constrictors ging kruisen met Aneythristische Boa Constrictors. Deze jongen zagen er normaal uit, maar waren dubbel heterozygoot voor snow. Toen men deze dubbel heterozygote dieren in 1996 weer op elkaar terug kruiste resulteerde dit in de eerste snow Boa Constrictor. Deze kenmerkt zich door een zeer wit uiterlijk met een zeer vaag patroon.
Sunglow:
Dit is een combinatie van een Albino Boa Constrictor met een Hypomelanistische Boa Constrictor. Deze licht zalmkleurige albino’s zijn op dit moment nog niet rijkelijk voor handen, omdat de eerste dieren dit jaar pas zijn geboren.
Ghost:
Dit is een combinatie van Hypomelanisme met anerythristime.
Calico:
Deze mutatie is al langer bekend bij netpythons en kenmerkt zich door de vele witte vlekjes die zich over het lichaam verspreid bevinden. Deze mutatie is nog niet bewezen erfelijk en de eerste hetero’s zullen in 2001 beschikbaar zijn.
De verschillende patroonmutaties:
Gestreept:
Deze dieren hebben een 20% tot gehele lengtestreep over de rug lopen. Wanneer de streep 20% is ziet men dat vaak alleen in de staart terug. Zijn in het verleden meerdere keren vraagtekens gezet bij de vraag of deze mutatie erfelijk is. Dit komt omdat men nog wel eens gestreepte jongen ziet van dieren die tijdens de dracht op een te lage temperatuur hebben gezeten. Deze mutatie is recessief en combinaties met albino’s zijn bekend.
Patroonloos:
Deze dieren hebben geen enkel patroon en hebben alleen de bruin/grijze basiskleur van een normale Boa Constrictor. Tot op heden is er nog niet mee gekweekt en kan men dus ook nog niet zeggen of dit een erfelijke mutatie is.
Jungle:
Deze mutatie komt oorspronkelijk uit Zweden. Deze dieren hebben een soort zig-zag patroon en deze mutatie is dominant.
Motley:
Dit is een dominante variant die door Jemery Stone is geintroduceerd. Deze dieren hebben een donkere rug met lichte vlekken daarin.
In de toekomst zullen er veel combinaties van de verschillende kleur en patroonmutaties worden aangeboden. Denk bijvoorbeeld aan wat je krijgt als je een snow en een hypo met elkaar kan kruisen, of een albino motley en wat te denken van een sunglow motley.
Om deze (meestal) dubbele kleur en patroonvariaties te kweken moet men wel weten hoe men dat wil bereiken. In plaats van een mutatie moet men nu rekening houden met meerdere mutaties en het feit of ze dominant of recessief zijn. Hieronder een voorbeeldje met twee recessieve mutaties (albinisme en anerythrisme) om te laten zien hoe men uiteindelijk een snow heeft kunnen kweken in voorbeeld 2. Om albinisme en anerythrisme uit elkaar te kunnen houden gebruik ik voor albinisme de (AA) en voor anerythrisme (BB). Omdat beide dieren geen genen hebben voor de andere mutatie kan men dit opschrijven als Albinisme (AAbb) en Anerythrisme (aaBB).
Eerst heeft men deze beide homozygote dieren op elkaar gekruist in voorbeeld 1:
Voorbeeld 1: Een Anerythristische Boa Constrictor (BBaa) x een Albinistische Boa Constrictor (AAbb)
Ab Ab
aB AaBb AaBb
aB AaBb AaBb
Het resultaat van deze kruising is dat 100% van de jongen dubbelheterozygoot is voor beide mutaties (AaBb)
Wanneer men deze dubbel heterozygote dieren op elkaar gaat kruisen krijg je de volgende mogelijkheden beschreven in voorbeeld 2.
Voorbeeld 2:
AB Ab aB ab
AB AABB AABb AaBB AaBb
Ab AABb AAbb AaBb Aabb
aB AaBB AaBb aaBB AaBb
ab AaBb Aabb aaBb aabb
Het resultaat:
1x aabb = Een normale Boa Constrictor
2xAABb = Twee albino’s het. voor anerythristisch
1x AAbb = Een albino Boa Constrictor
2x AaBB = Twee anerythristsche dieren het. voor albino
1x aaBB = Een Anerythristische Boa Constrictor
4x AaBb = Vier dubbel het. Boa Constrictors, zien er normaal uit
2x Aabb = Twee het. voor albino Boa Constrictors, zien er normaal uit.
2x aaBb = Twee het. voor Anerythristische Boa Constrictors, zien er normaal uit.
1x AABB = Een Snow Boa Constrictor (zowel voor albinisme als anerythrisme homozygoot).
Hieronder heb ik met een aantal voorbeelden aangegeven hoe een enkele overerving plaatsvindt.
In de eerste drie voorbeelden gaat het om een recessieve overerving en in de volgende vier andere voorbeelden gaat het om een dominante overerving. Om het wat duidelijker te maken heb ik voorbeelden gebruikt die ook echt voorkomen en die ook echt recessief of dominant zijn.
Recessieve overerving:
In het onderstaande voorbeeld probeer ik te verduidelijken hoe een recessieve overerving werkt. Er wordt gebruik gemaakt van albinisme, dat wordt aangegeven als (AA). Wanneer een dier albino is, heeft hij van zowel de moeder als de vader het albinisme meegekregen en is dus altijd homozygoot.
(Aa) betekend dat een dier heterozygoot voor albinisme is (en er dus normaal uitziet) en (aa) betekend dat een dier normaal is.
Voorbeeld 1: Een normale Boa Constrictor (aa) x een Albino Boa Constrictor (AA)
A A
a Aa Aa
a Aa Aa
Wanneer men een normale Boa Constrictor kruist met een albino Boa Constrictor dan is 100% van de jongen heterozygoot voor albinisme. Alle jongen zien er dus normaal uit.
Voorbeeld 2: Een het. Albino Boa Constrictor (Aa) x een Albino Boa Constrictor
A A
A AA AA
a Aa Aa
Het resultaat is dat 50% van de jongen heterozygoot voor albino (Aa)is en de andere 50% is albino (AA). Wanneer je dus een Hetero voor albino op een Albino kruist, weet je voor de volle 100% hoe het dier genetisch in elkaar zit wat betreft deze kleurmutatie.
Voorbeeld 3: Een het. Albino (Aa) x een het. Albino (Aa)
A a
A AA Aa
a Aa aa
Het resultaat is dat 50% van de jongen heterozygoot voor albino (Aa) is, 25% van de jongen is homozygoot voor albino (AA) en dus albino en 25% van de jongen is een normale Boa Constrictor. Op prijslijsten van kwekers staan nogal eens Boa Constrictor 66% mogelijk heterozygoot voor albino aangeboden. Dit komt altijd voort uit een het. x het. kweek. 25% is dan albino en 75% ziet er uit als een normale Boa Constrictor. Van die 75% is eenderde ook genetisch normaal en tweederde is het. voor albino en ziet er normaal uit. De kans dat zo’n dier dus het. voor albino is komt op ongeveer 66% neer.
Dominante overerving:
In de volgende voorbeelden maak ik voor het gemak gebruik van hypomelanisme, ook wel aangeduid als hypo of Salmon. Wanneer een dier van een van de ouders dit gen heeft meegekregen ziet het eruit als een hypo. Het genotype is dan (Aa). Wanneer een dier van beide ouders dit gen heeft meegekregen dan is hij homozygoot voor hypomelanisme (AA) en wordt dit dier in de volksmond een Superhypo of Supersalmon genoemd. (aa) betekent dat het om een normale Boa Constrictor gaat.
Voorbeeld 1: Een normale Boa Constrictor (aa) x een Hypo (Aa)
A a
a Aa aa
a Aa aa
Het resultaat van deze kruising is dat 50% van de jongen eruit ziet als een hypo (Aa) en de overige 50% is een normale Boa Constrictor (aa).
Voorbeeld 2: Een Hypo (Aa) x een Hypo (Aa)
A a
A AA Aa
a Aa aa
Het resultaat is 50% hypo Boa Constrictors (Aa), 25% Super Salmons (AA) en 25% normale Boa Constrictors (aa)
Voorbeeld 3: Een Super Salmon (AA) x een Hypo (Aa)
A a
A AA Aa
A AA Aa
Het resultaat is 50% van de jongen is een hypo (Aa) en 50% van de jongen is een Super Salmon.
Voorbeeld 4: Een Super Salmon (AA) x een normale Boa Constrictor (aa)
A A
a Aa Aa
a Aa Aa
Het resultaat van deze kruising is dat 100% van de jongen hypomelanistisch (Aa) is.
De verschillende kleurmutaties:
Albinisme:
De eerste albino Boa constrictors werden in Colombia in het midden van de tachtiger jaren geboren. In een nest waren 4 albino’s aanwezig. De vrouw was een wildvang Boa Constrictor Imperator dier. Deze dieren werden in Amerika verkocht, maar het duurde tot 1992 voordat de eerste in gevangenschap werd geboren. Toen men zeker wist dat het genetisch overdraagbaar was, is het snel gegaan.
Albinisme wil zeggen dat het pigment melanine ontbreekt. Dit pigment is verantwoordelijk voor de kleuren zwart, bruin. Het bloedpigment blijft wel aanwezig, waardoor de rode oogkleur kan worden verklaard. Albinisme wordt daarom ook wel eens a-melanisme genoemd. Albinisme is een recessieve mutatie.
Door het kruisen van deze imperator dieren met roodstaarten krijgt men een nog mooiere staart, die veel contrastrijker is.
Hypomelanisme:
Het woord zegt het zelf al: hypo = weinig en melanisme = zwart/bruin/geel pigment. Deze dieren hebben een zalmachtige, rood/roze kleur, vandaar dat ze ook wel eens Salmons worden genoemd.
Deze kleurmutatie is eveneens voor het eerst in Amerika gekweekt, door een koppel normale ouders in 1991. Deze kregen een aantal jongen die er anders uitzagen. Het jaar erop gebeurde precies hetzelfde. Met deze jongen is Rich Ihle halverwege de jaren negentig mee gaan kweken. Het bleek een dominante kleurmutatie te zijn.
Anerythrisme:
Deze kleurmutatie kenmerkt zich door het missen van al het rode pigment . Deze kleurmutatie is misschien niet de mooiste, maar hij vormt wel de sleutel voor een aantal hele mooie ander kleurmutaties.
Een variant die tegenwoordig gekweekt wordt heeft een hele lichte zilveren kleur en wordt ook wel ivory anerythristisch genoemd.
Snow:
Deze kleurmutatie ontstond toen Peter Kahl in 1992 Albino Boa Constrictors ging kruisen met Aneythristische Boa Constrictors. Deze jongen zagen er normaal uit, maar waren dubbel heterozygoot voor snow. Toen men deze dubbel heterozygote dieren in 1996 weer op elkaar terug kruiste resulteerde dit in de eerste snow Boa Constrictor. Deze kenmerkt zich door een zeer wit uiterlijk met een zeer vaag patroon.
Sunglow:
Dit is een combinatie van een Albino Boa Constrictor met een Hypomelanistische Boa Constrictor. Deze licht zalmkleurige albino’s zijn op dit moment nog niet rijkelijk voor handen, omdat de eerste dieren dit jaar pas zijn geboren.
Ghost:
Dit is een combinatie van Hypomelanisme met anerythristime.
Calico:
Deze mutatie is al langer bekend bij netpythons en kenmerkt zich door de vele witte vlekjes die zich over het lichaam verspreid bevinden. Deze mutatie is nog niet bewezen erfelijk en de eerste hetero’s zullen in 2001 beschikbaar zijn.
De verschillende patroonmutaties:
Gestreept:
Deze dieren hebben een 20% tot gehele lengtestreep over de rug lopen. Wanneer de streep 20% is ziet men dat vaak alleen in de staart terug. Zijn in het verleden meerdere keren vraagtekens gezet bij de vraag of deze mutatie erfelijk is. Dit komt omdat men nog wel eens gestreepte jongen ziet van dieren die tijdens de dracht op een te lage temperatuur hebben gezeten. Deze mutatie is recessief en combinaties met albino’s zijn bekend.
Patroonloos:
Deze dieren hebben geen enkel patroon en hebben alleen de bruin/grijze basiskleur van een normale Boa Constrictor. Tot op heden is er nog niet mee gekweekt en kan men dus ook nog niet zeggen of dit een erfelijke mutatie is.
Jungle:
Deze mutatie komt oorspronkelijk uit Zweden. Deze dieren hebben een soort zig-zag patroon en deze mutatie is dominant.
Motley:
Dit is een dominante variant die door Jemery Stone is geintroduceerd. Deze dieren hebben een donkere rug met lichte vlekken daarin.
In de toekomst zullen er veel combinaties van de verschillende kleur en patroonmutaties worden aangeboden. Denk bijvoorbeeld aan wat je krijgt als je een snow en een hypo met elkaar kan kruisen, of een albino motley en wat te denken van een sunglow motley.
Om deze (meestal) dubbele kleur en patroonvariaties te kweken moet men wel weten hoe men dat wil bereiken. In plaats van een mutatie moet men nu rekening houden met meerdere mutaties en het feit of ze dominant of recessief zijn. Hieronder een voorbeeldje met twee recessieve mutaties (albinisme en anerythrisme) om te laten zien hoe men uiteindelijk een snow heeft kunnen kweken in voorbeeld 2. Om albinisme en anerythrisme uit elkaar te kunnen houden gebruik ik voor albinisme de (AA) en voor anerythrisme (BB). Omdat beide dieren geen genen hebben voor de andere mutatie kan men dit opschrijven als Albinisme (AAbb) en Anerythrisme (aaBB).
Eerst heeft men deze beide homozygote dieren op elkaar gekruist in voorbeeld 1:
Voorbeeld 1: Een Anerythristische Boa Constrictor (BBaa) x een Albinistische Boa Constrictor (AAbb)
Ab Ab
aB AaBb AaBb
aB AaBb AaBb
Het resultaat van deze kruising is dat 100% van de jongen dubbelheterozygoot is voor beide mutaties (AaBb)
Wanneer men deze dubbel heterozygote dieren op elkaar gaat kruisen krijg je de volgende mogelijkheden beschreven in voorbeeld 2.
Voorbeeld 2:
AB Ab aB ab
AB AABB AABb AaBB AaBb
Ab AABb AAbb AaBb Aabb
aB AaBB AaBb aaBB AaBb
ab AaBb Aabb aaBb aabb
Het resultaat:
1x aabb = Een normale Boa Constrictor
2xAABb = Twee albino’s het. voor anerythristisch
1x AAbb = Een albino Boa Constrictor
2x AaBB = Twee anerythristsche dieren het. voor albino
1x aaBB = Een Anerythristische Boa Constrictor
4x AaBb = Vier dubbel het. Boa Constrictors, zien er normaal uit
2x Aabb = Twee het. voor albino Boa Constrictors, zien er normaal uit.
2x aaBb = Twee het. voor Anerythristische Boa Constrictors, zien er normaal uit.
1x AABB = Een Snow Boa Constrictor (zowel voor albinisme als anerythrisme homozygoot).
